Waanzin druipt af van natte velden vol rottende aardappelen
COLUMN MARCIA LUYTEN
26 februari 2024
Een lucht van leisteen drukt op de Wieringermeerpolder. Het waait hard, weer waait het, maar de wind jaagt de wolken niet weg. De grijze lucht spiegelt in het water op de akkers. In november riepen de boeren ‘het wordt wel een keer droog’. Al eerder waren de uien en aardappelen in november nog niet de grond uit, de aarde te nat om te oogsten. Een paar dagen zon deden dan wonderen. Maar de zon liet zich nauwelijks zien. En toen was het te laat. De frietaardappelen, de tafelaardappelen, de pootaardappelen, ze rotten in een zeiknatte bodem.
Door de almaar stijgende temperatuur verdampt veel oppervlaktewater en de warmere lucht bevat ook veel meer waterdamp. Dat leidt volgens het KNMI tot ‘neerslagextremen’. In plaats van buien waarna de zon weer schijnt, brengt de winter dagen van onophoudelijk ‘frontale neerslag’. 2023 is het natste en het warmste jaar ooit gemeten.
Vorige winter was niet veel beter. In de doorweekte grond konden uien en aardappelen pas eind mei worden gepoot. Meteen daarna brak juni alle hitterecords, verdroogde de bodem en maakten uien en aardappelen onvoldoende wortels aan. De aardappeleter, de Nederlander, moet zijn friet straks duur betalen. Gelukkig heeft de catastrofe een zondebok: de aarde die maar opwarmt.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) houdt bij of provincies op weg zijn met de doelen uit het Nationaal Programma Landelijk Gebied voor klimaatverandering, water en stikstof. Maandag presenteerde het een tussentijds rapport. Zelfs als het nieuwe landbouwbeleid (vastgesteld vóór 22 november) zou worden uitgevoerd, worden landbouwgerelateerde opgaven voor het klimaat niet gehaald.
Terwijl het PBL zijn rapport presenteert, belegeren tractoren Brussel. Boeren rijden hard in op agenten, gaan dwars door politiekordons, slaan met shovels hekwerken om, steken autobanden en hooibalen in brand en legen op de stoep van een EU-gebouw een giertank. Het hart van democratisch Europa is een warzone.
Zoals de waanzin afdruipt van watervelden vol rottende oogst in een land dat zijn klimaatdoelen niet wil halen, zo spreekt waanzin uit de harde cijfers van Brussel. De landbouwsector draagt 1,4 procent bij aan het Europees bruto binnenlands product – evenveel als in Nederland. Toch gaat van de Europese begroting niet minder dan 33 procent naar boeren. Die tientallen miljarden Europese subsidie per jaar stromen voor 80 procent naar de 20 procent grootste boeren. Al die jaren was er fraude, corruptie en oneigenlijk gebruik van landbouwsubsidies, reden voor Brussel om strenger te controleren. Maar de industriële landbouw die na 1950 hallucinante bedragen ontving, heeft geen zin in meer papierwerk, ook geen zin in groener boeren, en zet zijn broodheer de mestvork op de keel.