Huurdersorganisaties boos op starre corporaties
Huurdersorganisatie
De Haagse woningcorporaties Staedion, Haag Wonen en Hof wonen lappen de overlegwet aan hun laars. Zonder in overleg te gaan over de huurverhoging gaan zij voor de maximale huursomstijging van 5,3%.
Dit speelt niet alleen in Den Haag, ook in de rest van het land ontvangt de Woonbond dergelijke signalen. Dat huurdersorganisaties boos zijn op deze starre houding van corporaties is een logisch gevolg.
Corporatiekoepel zet in op maximale huurstijging
Corporatiekoepel Aedes stuurde een brief aan de leden om de maximale huursomstijging van 5,3% te realiseren, met het oog op de nodige nieuwbouw en de stijgende kosten hiervoor. De Woonbond is hier verbolgen over. Corporaties stappen hiermee over het- wettelijk vereiste- overleg met hun huurders heen.
Minder kan wel degelijk
Corporaties wijzen erop dat dit maximum volgt uit de Nationale Prestatie Afspraken (NPA) met de Woonbond en het Rijk. Daar is afgesproken dat de huren niet hoger mogen stijgen dan de gemiddelde CAO-loonstijging minus 0,5%. Maar dat er een maximum is afgesproken, wil niet zeggen dat corporaties dat maximum ook (overal) moeten vragen. En het ontslaat corporaties niet van de plicht om goed overleg te hebben met hun huurders.
Huurstijging lager dan loonstijging is alsnog fors
Ook stellen corporaties dat de forse huurverhoging geen probleem zou zijn omdat de gemiddelde loonontwikkeling hoger ligt dan de huurstijging. De Woonbond vindt het goed dat de huren minder stijgen dan de lonen. Maar wijst er al enkele tijd op dat de huurstijging alsnog te hoog is. Doordat de CAO-loonstijging hoger is dan becijferd bij de NPA, wijken ook meer huurders nadelig af van dit gemiddelde. Bovendien zorgt een gematigde huurstijging hoe dan ook voor meer financiële ruimte voor de huurder. Ook bij huurders met huurtoeslag, aangezien de huurtoeslag maar een deel van de stijgende huur compenseert. Hoe dan ook moeten corporaties hierover in overleg met hun huurders.
Corporatiesector negeert zeggenschap huurders
“Als de sector zo besluit om te gaan met zeggenschap van huurders, dan is er tenminste één ding duidelijk. Dat de positie van huurdersorganisaties sterker verankerd moet worden in het overleg over het huurbeleid.”
Woonbonddirecteur Zeno Winkels
Onder de Overlegwet moeten verhuurders in gesprek met huurdersorganisaties over het huurbeleid. Bijvoorbeeld over de hoogte van de huursomstijging, een goed streefhuurbeleid en het al dan niet rekenen van een inkomensafhankelijke huurverhoging.