De boerenprotesten in Europa zijn vooral een goed getimede driftbui

Massey ferguson tractor towing a slurry tanker
Photo by Mirko Fabian on Pexels

[…]

Allereerst: eenderde van de Europese begroting gaat naar landbouw, terwijl de landbouwsector goed is voor 1,4 procent van het bbp. Van alle EU-landen krijgt Frankrijk het meest: een zesde. En raad eens wie daar vooral van profiteren? Grote boerenbedrijven. Want hoe meer hectares je hebt, hoe meer je krijgt. 20 procent van de boeren vangt 80 procent van de subsidies. Geen wonder dat het aantal kleine boeren afneemt.

De grootste klant van Europese landbouwfondsen is de agribusiness. Bardella en co doen alsof zij een vergeten, verpauperde klasse steunen die niet anders kan dan stront op straat gooien en politieauto’s rammen met trekkers, maar dat is maar een fractie van het verhaal. De boerenprotesten in Frankrijk, Duitsland, België en elders zijn eerder een goed getimede driftbui van een geprivilegieerde boerenklasse dan de desperate noodkreet van keuterboertjes die elke koe bij naam kennen en bij donker aan de keukentafel verzuipen in Brusselse paperassen over pesticiden of eco-heggen. Er zíjn amper keuterboertjes meer. En het gros zit niet in West-Europa, maar in landen als Roemenië. En wat die paperassen betreft: hoezo is het slecht dat je zakenlui die bakken geld krijgen stevig controleert?

[…]

Toen het Europese landbouwbeleid werd opgezet, in 1962, werden boeren betaald om te produceren. Mensen moesten eten, zo simpel was het. Na een poosje was er zoveel gesubsidieerd voedsel dat boeren werden betaald om niet te produceren, of overschotten in Afrika te verpatsen.

Tegenwoordig hebben we een ander systeem: de markt regelt de productie, maar boeren krijgen per hectare subsidie. Resultaat: de agrilobby heeft de politiek bij de strot en drijft kiezers in de armen van radicaalrechts. De kleine boer heeft het nakijken. Het Europese landbouwbeleid moet op de schop, en wel nu.