De koloniale massamoordenaar is de kwaadste niet
Theater Aluin
In de politieke satire Dit is van ons brengt een jonge activiste Jan Pieterszoon Coen naar de 21ste eeuw om verantwoording af te leggen voor de genocide op Banda in 1621.
Ja, inderdaad, hij doodde of verdreef in 1621 zo’n beetje de hele bevolking van de Banda-eilanden, en maakte de rest tot slaaf. Ja, hij verwoestte daarvoor hele dorpen in een nietsontziende vernietigingsoorlog. En ja, om het verzet van de bevolking te breken executeerde hij 44 leden van de autochtone aristocratie op zo’n gruwelijke wijze dat het zelfs zijn opdrachtgever, de V.O.C., te gortig was. Maar, zo verdedigt Jan Pieterszoon Coen zich, dat was allemaal voor een goed doel: een monopolie op nootmuskaat verwerven en Nederland zo schatrijk te maken dat we er tot op de dag van vandaag nog profijt van hebben.
In de theatervoorstelling Dit is van ons van de Utrechtse theatergroep Aluin is Coen door Just, een jonge activist, naar het heden gehaald om voor het Internationaal Strafhof terecht te staan voor zijn oorlogsmisdaden.
Just wordt daarin bijgestaan door de politiek gematigde Claire en gedwarsboomd door verschillende andere figuren, waaronder een schimmige vertegenwoordiger van ‘de staat’ en een extreemrechtse Coen-aanbidder.
Toneelauteur Erik Snel, misschien wel de beste satireschrijver in het Nederlandse theater, maakt er een uiterst geestig steekspel van, waarin het huidige gesprek over ons koloniale verleden van alle kanten belicht wordt.
[…]
Bussemaker, Snel en regisseur Victorine Plante leggen zo een link tussen Coen en de grote groep oudere Nederlanders die niets begrijpt van de emancipatiebewegingen van de moderne tijd, en vertwijfeld toekijkt terwijl al hun normen en waarden bevraagd worden.
De komma is minder zichtbaar dan de slavernij-excuses waren, maar is er wel
COMMENTAAR NRC 29 december 2023
Een komma, geen punt. Dat is wat premier Mark Rutte een jaar geleden beloofde. De excuses die hij namens de regering aanbood voor „het handelen van de Nederlandse staat in het verleden”, voor het slavernijverleden, zouden niet het einde zijn. De premier zei: „We doen dit, en we doen dit nu, om staande op de drempel van een belangrijk herdenkingsjaar, samen de weg vooruit te vinden.”
[…]
De reactie van de gemeenteraad van Hoorn om géén excuses aan te bieden, zou in het licht van de verkiezingsuitslag gezien kunnen worden. Een stad die dankzij de betrokkenheid bij de WIC en VOC rijk werd, ten minste 17.000 tot slaafgemaakte Afrikanen onder Hoornse vlag vervoerde, en nu toeristen trekt met de slogan ‘Stad van de Gouden Eeuw’.
De teleurstelling bij diegenen die op excuses hoopten, is begrijpelijk. Maar zie welke motie er wél werd aangenomen: vrijwel alle fracties willen dat er stadsgesprekken worden georganiseerd. Waarin het onder meer moet gaan over discriminatie, racisme en het standbeeld van J.P. Coen, de grondlegger van de slavernij in Azië, dat prominent in het stadscentrum staat.
Zo wederzijds begrip kweken, is minder zichtbaar dan excuses, maar wél een kleine komma. Zo aandacht vestigen op de doorwerking van slavernij in de huidige samenleving, ook. In het hele land zijn er zulke dialoogtafels. Nu is te hopen dat alle goede voornemens worden doorgezet, zoals de oprichting van een slavernijmuseum, en de verankering van het slavernijverleden in het curriculum.
Het jaar waarin Nederland herdenkt dat de slavernij werd afgeschaft, duurt nog zes maanden, tot 1 juli. Wat er ook in politiek Den Haag gebeurt, die dag moet opnieuw een komma zijn en geen punt.