COP28: ‘Focus in klimaatbeleid moet liggen bij eerlijke compensatie’
Ontwikkelingseconoom Faith Lumonya
Decennia-oude verdragen die buitenlandse bedrijven in staat stellen hun macht te misbruiken in Afrika, moeten op de schop, meent de Oegandese Faith Lumonya.
Westerse landen hameren op de noodzaak van de energietransitie, maar gaan buiten de landsgrenzen, veelal in Afrika, door met het winnen van olie en gas. Dat is hypocriet, zegt de Oegandese ontwikkelingseconoom Faith Lumonya begin november in een rumoerige hal van het World Forumgebouw in Den Haag. Zij is daar voor een conferentie van het ministerie van Buitenlandse Zaken over feministisch buitenlandbeleid. „Daarnaast compenseren westerse landen hun uitstoot door bossen die koolstof opslaan te kopen”, zegt ze. „Ze schetsen het beeld dat deze carbon credits [internationale handel in emissierechten] voor sociaal-economische verandering zorgen. En helaas trappen onze regeringen daar in. Maar de drijfveer blijft kapitalisme. Dat is triest, omdat we weten dat het niet onze gemeenschappen zijn die ervan profiteren.” Critici waarschuwen dat de lokale bevolking van deze plekken wordt verdreven.
De termen antikolonialisme, antikapitalisme en feminisme lopen in Lumonya’s ogen vloeiend in elkaar over. „Feminisme geeft ons de lens om te begrijpen waarom gemarginaliseerde groepen niet aan tafel zitten of waarom zij het hardst worden getroffen door crises”, legt ze uit: door de kritische blik die dit biedt op machthebbers. Gemakkelijk verbindt ze feminisme aan „het dekoloniseren van de manieren waarop instituties werken en hoe landen zich tot elkaar verhouden”.