Waarom ik deze zaterdag de A12 ga blokkeren

Prof. dr. em. Martijn B. Katan – Voeding en Gezondheid Beeld: © mkatan.nl

Column 

We moeten zo snel mogelijk af van fossiele brandstoffen. Daar moet de overheid ons bij helpen, schrijft Martijn Katan, die daarom meedoet met Extinction Rebellion.

Op het moment dat deze krant bij u in de bus valt zit ik in de trein naar Den Haag, waar Extinction Rebellion de A12 gaat blokkeren. Dat is in strijd met de wet; een advertentie met een oproep om naar die blokkade te komen werd daarom door de uitgever van NRC geweigerd. Daar zit wat in; als mensen straffeloos hun zin kunnen doordrijven door het verkeer te blokkeren wordt het een chaos. Dus wat moet ik in die trein?

De blokkade heeft tot doel dat de belastingkortingen op brandstof voor grootverbruikers, zoals raffinaderijen, elektriciteitscentrales, vliegtuigen, schepen en kassen worden afgeschaft. Die kortingen bedragen dertien tot dertig miljard euro per jaar. Afschaffen ervan maakt gas, olie en kolen voor die bedrijven duurder; dan gaan ze er zuiniger mee om en bovendien worden benzine, fossiele stroom, vliegtickets en kaskomkommers duurder. Daardoor verkopen ze er minder van en daalt de uitstoot van CO2. Is het gerechtvaardigd om daarvoor de A12 blokkeren? Daarvoor moet volgens mij aan drie voorwaarden zijn voldaan. De eerste is dat het moet vaststaan dat gas, olie en kolen de oorzaak zijn van klimaatverandering, de tweede dat klimaatverandering een reëel gevaar vormt voor ons en onze (klein)kinderen en de derde dat er geen andere remedie is.

Fossiele brandstoffen zijn inderdaad de belangrijkste oorzaak van klimaatverandering. De hoeveelheid CO2 in de atmosfeer is sinds 1960 toegenomen met een derde. Die extra CO2 kwam uit gas, olie en kolen, niet uit vulkanen, oceanen, bomen of planten. Klimaatmodellen voorspellen al vijftig jaar hoeveel de aarde opwarmt bij een bepaalde toename van CO2 in de atmosfeer. Die voorspellingen kwamen iedere keer uit. Het vermogen om de toekomst te voorspellen is de ultieme test voor een wetenschappelijke theorie en de klimatologen zijn daarvoor geslaagd. We mogen ervan uitgaan dat hun voorspellingen voor de volgende vijftig jaar ook kloppen. Aan mijn eerste voorwaarde is daarmee voldaan.

Binnendringend zeewater

De tweede voorwaarde betreft de gevolgen van klimaatverandering. Die kennen we minder precies. Er komen meer hittegolven, langdurige droogtes, stortbuien en overstromingen, verzilting door binnendringend zeewater en misschien watersnood. Het wordt bij ons niet zo erg als in andere delen van de wereld. We zijn echter voor haast alles wat we nodig hebben, inclusief ons eten, afhankelijk van andere landen, inclusief de derde wereld waar de grote klimaatklappen gaan vallen. Als daar hongersnood, gevechten om drinkwater en grootschalige overstromingen uitbreken, economieën instorten en mensen massaal op de vlucht slaan, dan gaan wij dat voelen. De mislukte rijstoogst in India heeft voor ons nog geen grote gevolgen maar geeft wel aan waar het heengaat. Er is een gevaar dat bij verdergaande klimaatverandering onze kleinkinderen te maken krijgen met voedseltekorten, oorlogen en verwoesting. Dat beangstigt mij; wat doen we ze aan?

Helaas zijn de remedies die ons door bedrijven en overheid worden voorgespiegeld grotendeels gebakken lucht. Biomassa bijvoorbeeld. Hout stoot bij verbranden twee keer zoveel CO2 uit als aardgas. Nieuw geplante bomen kunnen die CO2 weer uit de lucht halen, maar dat kost twintig tot honderd jaar en tegen die tijd is het te laat. Beleidsmakers klampen zich ook vast aan het idee dat we CO2 uit fabrieksschoorstenen gaan opvangen en onder de grond opslaan. Dat is al vaak geprobeerd en meestal mislukte het geheel of gedeeltelijk. Bovendien weten we niet hoelang die CO2 blijft zitten; bij een Noors opslagproject in Algerije dreigde de rotsbodem erboven te barsten en daarom blazen ze de opgeslagen CO2 weer de lucht in.

Waterstof is geen oplossing

Zo gaat het maar door. Compensatie van je voetafdruk door te betalen voor aanplant van bomen is nep. Vliegtuigkerosine maken uit frituurolie leidt tot meer palmolieplantages en minder oerwoud. Alleen wind en zon lijken een succes – tot je naar de cijfers kijkt. Ze leveren een flink deel van onze stroom maar slechts 5 procent van ons totale energieverbruik. Als we wind- en zonne-energie zouden verdubbelen komt nog steeds 90 procent van onze energie uit brandstoffen die CO2 uitstoten. Ook waterstof is geen oplossing; bij het omzetten van groene stroom in waterstof en weer terug wordt twee derde van de elektriciteit verspild, en we hebben al zo weinig groene energie.

Wie de cijfers belangeloos bekijkt kan daarom maar tot één conclusie komen: willen we onze kinderen en kleinkinderen beschermen tegen de gevaren van klimaatverandering dan moeten we zo snel mogelijk af van fossiele brandstoffen. In mijn eentje breng ik dat niet op. Autorijden is zo gemakkelijk dat ik het niet wil missen, het is heerlijk om in onze druilerige winter naar een warm land te vliegen en de verwarming op vijftien graden zetten valt ook niet mee. Daarom vraag ik de overheid om mij te helpen door gas, benzine en fossiele elektriciteit flink duurder te maken. Dat vereist zwaardere druk dan alleen een demonstratie op het Malieveld. Vandaar dat ik straks op het asfalt zit van de A12 in Den Haag.

Martijn Katan is biochemicus en emeritus hoogleraar voedingsleer aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Voor cijfers, bronnen en belangen zie mkatan.nl