Rijksbouwmeester wil pas op de plaats, goed nadenken en dan pas bouwen
Het is een van de grote thema’s waar een nieuw kabinet mee te maken krijgt: woningbouw. En de keuzes die we nu maken, bepalen hoe de komende decennia eruitzien, zegt Rijksbouwmeester Francesco Veenstra. Die keuzes zijn zo belangrijk dat we nu “pas op de plaats” moeten maken en eerst bedenken wat echt nodig is. “Dus laten we daar even de tijd voor nemen”, is zijn advies.
Er ligt een enorme opgave, Nederland heeft bijna een miljoen nieuwe woningen nodig en die moeten vooral in de Randstad komen. “In laag gelegen gebied. Maar als je dat doet dan weet je dat je op termijn allerlei maatregelen moet gaan nemen”, zegt Veenstra. “Bijvoorbeeld de wegen verhogen. Dat legt een hypotheek op de volgende generatie en dat moeten we niet willen.”
Als voorbeeld noemt hij de bouw van nieuwe wijken in Alphen aan den Rijn en Gouda. “Laaggelegen gebieden! Als je daar bouwt, moet je ook geld reserveren om mensen droge voeten te laten houden.”
Bodem en water
Zijn advies – beschreven in ‘De 22ste eeuw begint nu’ – is dat Nederland de polders ongemoeid laat en bouwt in bestaande steden. “Verdichten”, noemt hij het. “Het toevoegen van meer woningen en voorzieningen als huisartsen en winkels. En natuur, waarmee je de leefomgeving verbetert.”