Het Mauritshuis toont kunst geroofd door Fransen, nazi’s, missionarissen en kolonisten in één tentoonstelling
Roofkunst
Door roofkunst uit verschillende periodes op één tentoonstelling te tonen, stelt het Mauritshuis interessante vragen. Zoals: waarom weegt het ene historische onrecht zwaarder dan het andere?
Willen we ze terug? Martine Gosselink, de museumdirecteur van het Mauritshuis, stelt de vraag zelf aan de aanwezige journalisten, twee dagen voor de opening van de tentoonstelling Roofkunst, 10 verhalen. „Willen we de kunstwerken terug die in 1795 uit het eerste museum van Nederland zijn geroofd, naar Frankrijk op transport gingen en daar ook na 1815 zijn gebleven?”
Goede vraag. Kort na de Slag bij Waterloo, in 1815, vertrok een Nederlandse delegatie naar Parijs om daar zo’n 130 kunstwerken van de muren van het Louvre te halen. Noem het restitutie oude stijl, die slechts slaagde dankzij de hulp van geallieerde soldaten onder leiding van de hertog van Wellington en na een heuse omsingeling van het Louvre. De Fransen hadden vooral moeite De stier van Paulus Potter te laten gaan – er moest een getrokken sabel van een Nederlandse generaal aan te pas komen.
Deze gerecupereerde schilderijen, waaronder werken van Rubens, Rembrandt, Van Dyck en Holbein, vormen de kern van de collectie van het in 1822 opgerichte Mauritshuis. Zeventig schilderijen bleven achter in Frankrijk. In het Franse verlangen naar inclusiviteit, cultuurspreiding en volksverheffing waren die al naar nieuwe musea in de provincie gegaan. Nederland liet het er toen bij zitten. Nu restitutie van geplunderde kunst weer veel aan de orde is, zou je denken dat Nederland nog iets heeft op te halen in Frankrijk. Als om de discussie voor te zijn geeft Gosselink een resoluut antwoord op haar eigen vraag: „Nee, we hoeven ze niet terug.”
Ter onderbouwing van haar antwoord komt Gosselink met nog een reeks vragen: „Missen we ze? Zijn ze iconisch? Hebben we in Nederland lege musea die zitten te springen om meer 17de- en 18de-eeuwse schilderijen? Zijn ze belangrijk bij het vertellen van onze nationale geschiedenis?”
Vier keer nee, zegt Gosselink terecht. Ze voegt eraan toe dat Nederland de hoogste museumdichtheid ter wereld kent, met meer dan 750 musea voor 17 miljoen inwoners. „Onze verhouding tot Frankrijk is bovendien anders dan die van ex-koloniën met hun voormalige kolonisator.”