De monarchie verliest gaandeweg vaste grond onder de voeten
Tegen Evers zegt Willem-Alexander, die donderdag zijn 56ste verjaardag viert, ‘vol goede moed’ en met ‘veel energie’ verder te gaan. ‘Het is zo snel gegaan en zo mooi geweest om Nederland te mogen dienen, dat ik me echt verheug op de komende tien jaar.’ Maar na de indrukwekkende 4-mei speech, aan het begin van de covid-periode op een lege Dam, is er iets veranderd in het land.
De cijfers liegen er niet om. In 2020 had 76 procent vertrouwen in de koning, volgens de jaarlijkse Ipsos-peiling, in 2022 nog slechts 47 procent. De op 6 april gepubliceerde nieuwste cijfers tonen geen verbetering; nu is dat 46 procent. De steun voor behoud van de monarchie is gedaald naar 55 procent. Bijna een op de vier Nederlanders (24 procent) wil een republiek, de rest (21 procent) heeft geen mening.
Koningsdag is nog altijd een favoriet feest onder de Nederlandse bevolking, maar de koning boette desondanks flink aan populariteit in. De onvrede is niet te herleiden tot alleen de inmiddels overbekende uitglijders tijdens de coronapandemie. Een onderstroom die tijdens de regeringsjaren van koningin Beatrix nauwelijks waarneembaar was, manifesteert zich nu op allerlei manieren.