Verpleeghuizen voor mensen met dementie worstelen met opendeurenbeleid
Verpleeghuizen worstelen met de invoering van het opendeurenbeleid, wat betekent dat bewoners met dementie vrij in het verpleeghuis rond kunnen lopen en ook naar buiten kunnen wanneer zij willen. Personeel in de instellingen is vaak bang dat de bewoners buiten verdwalen. Ook zijn het soms de bestuurders die de verandering niet aandurven. “Het heeft te maken met een angstcultuur”, zegt gezondheidsjurist Brenda Frederiks.
Het opendeurenbeleid valt onder de Wet zorg en dwang (Wzd) die sinds 1 januari 2020 geldt. Deze wet moet voorkomen dat mensen met een verstandelijke beperking en mensen met een psychogeriatrische aandoening, zoals dementie, onvrijwillige zorg krijgen.
Het opsluiten van bewoners, het tegen de zin in geven van medicijnen en onvrijwillig verhuizen naar een verpleeghuis zijn daar voorbeelden van. Ook het plaatsen van mensen met dementie achter een gesloten deur is een vorm van onvrijwillige zorg.
Gesloten afdelingen
Veel verpleeghuizen werken drie jaar later nog niet met een opendeurenbeleid. Bij de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) zijn geen exacte cijfers bekend over hoeveel instellingen het nieuwe beleid nog niet hebben toegepast, maar ze zegt wel dat er ’te weinig instellingen zijn overgegaan op dit beleid’.