Miljardenwinsten terwijl rij bij voedselbank groeit: ‘Overheid moet ingrijpen’
Veel grote bedrijven behaalden vorig jaar miljardenwinsten. Tegelijkertijd leven steeds meer huishoudens in armoede door hogere prijzen. De bedrijven kregen dan ook van diverse kanten kritiek, maar kun je het ze kwalijk nemen dat ze veel winst maken?
Wie de afgelopen weken de jaarcijfers van beursgenoteerde bedrijven bekeek, zag de ene na de andere miljardenwinst voorbijkomen. Zo zette Ahold een winst van 2,5 miljard euro in de boeken. Bij Unilever rolde er een winst uit van 8 miljard euro, terwijl de Zwitserse concurrent Nestlé zelfs ruim 9 miljard euro overhield. Toch gaan Unilever en Nestlé hun prijzen verder verhogen.
Ook de drie grootste banken van ons land, ING, Rabobank en ABN AMRO, hielden onder de streep miljarden over. Als klap op de vuurpijl waren er de energieconcerns. BP en Total, beide in Nederland actief, hadden winsten van tientallen miljarden euro’s. Concurrent Shell hield zelfs bijna 40 miljard euro over.
De winsten zijn extra wrang omdat veel huishoudens hun uitgaven juist flink zagen stijgen. Brandstof, energie en boodschappen zijn duurder, terwijl je amper rente krijgt op je spaargeld. Voedselbanken zien de rijen dan ook steeds langer worden.
Bij de winstcijfers zijn best wat kanttekeningen te plaatsen. Zo behaalde Ahold vooral winst in de Verenigde Staten; in Nederland staat de winst juist onder druk. En bij Unilever kwam een deel van de winst door het afstoten van bedrijfsonderdelen, terwijl Shell aan het begin van de coronapandemie nog een recordverlies te verwerken kreeg.
[…]
De Bruin wijst nogmaals op de rol van de overheid. Die zou meer moeten doen om de hoge rendementen van bedrijven te herverdelen, bijvoorbeeld door investeringen in duurzame energie aan te jagen.
“Je kunt niet van een oliebedrijf verwachten dat het als enige investeert in duurzame energie. Het loopt dan het risico dat de concurrentie het niet doet en daardoor meer winst maakt. Je moet als overheid de energietransitie niet laten afhangen van de moedwilligheid van aandeelhouders.”
Dat consumenten geïrriteerd zijn, snapt De Bruin overigens heel goed. “Die denken: ik moet meer betalen en jij maakt meer winst. Die gevoelens zijn volstrekt legitiem. Maar dat is de consequentie van de vrije markt.”