Crispy French Fry, Brooklyn Diner, Komazawa” by yuichi.sakuraba is licensed under CC BY-NC 2.0

Het riool raakt deze weken nogal eens verstopt doordat mensen hun gebruikte frituurvet voor het maken van oliebollen door de gootsteen gieten. Willy’s Vet zet zich in voor het recyclen en ophalen van het vet, en gaat veel oliebollenkramen af.

Halfleeg, constateert Chris Buijtenhek (37), eigenaar van inzamelbedrijf Willy’s Vet, als hij de bak van de kanariegele container opent. Het is de bedoeling dat omwonenden bij dit particuliere inleverpunt, naast het gebouw van de vrijwillige brandweer in Vinkeveen, hun gebruikte frituurvet lozen. Ondanks het feit dat deze enigszins verscholen ligt, denkt Buijtenhek dat mensen in de weken na Oud en Nieuw de bak wel zullen vinden. ‘Want dan wil iedereen zo snel mogelijk van zijn oliebollenvet af.’

Het is wellicht ijdele hoop, want uit onderzoek van de Unie van Waterschappen blijkt dat 40 procent van de Nederlanders frituurvet door de wc of gootsteen spoelt. En juist rond deze tijd, als oliebollenbakkers thuis in de weer gaan om de perfecte bol te bakken, zorgt dat voor problemen. De vettige massa stolt namelijk in rioleringsbuizen, gemalen of bij de waterzuiveringsinstallaties. De verstoppingen die daardoor ontstaan, kosten de waterschappen jaarlijks miljoenen euro’s. Dat bedrag komt vervolgens via de waterschapsbelasting bij elk huishouden op de mat.

[…]

Nadat het vet is ingezameld, gaat het naar een volgend bedrijf om er biodiesel van te maken. ‘Nederlandse benzine en diesel aan de pomp bestaan voor een deel uit biodiesel’, legt Frans Claassen uit van MVO, de ketenorganisatie van oliën en vetten. ‘Biodiesel wordt voor 98 procent van frituurvet gemaakt.’ Daarom is frituurvet inleveren volgens hem goed voor het milieu. De inzamelpunten, veelal sportverenigingen en scholen, krijgen er bovendien een kleine vergoeding voor.

In deze tijd van het jaar is Buijtenhek extra druk met het ophalen van frituurvet, mede omdat hij een speciale groep aan zijn klantenbestand toevoegt: de oliebollenbakkers. Donderdag rijdt hij, zoals wel vaker, naar een van hen om een leeg vat te brengen.

[…]

In de auto terug doet Buijtenhek zijn beklag over de opkomst van de airfryer. Smaakt nergens naar, vindt hij. Zijn vrouw had enige tijd geleden een airfryer gekocht, maar die is tijdens een verhuizing op mysterieuze wijze verdwenen. Buijtenhek, in een onvervalst Amsterdams accent: ‘Ik zei tegen haar: Hoe kun je nou een airfryer kopen als je getrouwd bent met een vetboer?’