seniors, old people's home, care for the elderly
Photo by RosZie on Pixabay

De Nederlandse bevolking zal de komende vijftig jaar flink groeien, mede doordat mensen steeds ouder worden. Hierdoor is in 2040 zo’n kwart van de bevolking 65 jaar of ouder. Dat is een probleem, zeggen belangenorganisaties tegen NU.nl. “We moeten als de wiedeweerga voorbereidingen treffen.”

Het rapport van statistiekbureau CBS zegt dat de prognoses tot aan 2070 onzeker zijn. Nederland zou dan zo’n 20,7 miljoen inwoners tellen. “Maar iedereen weet dat deze vergrijzing eraan komt”, zegt woordvoerder Olfert Koning van ActiZ, de branchevereniging van organisaties in de wijk- en verpleegzorg.

ActiZ maakt zich zorgen over de druk op de ouderenzorg, die zal toenemen. “We merken nu al dat wachtlijsten voor verpleeghuizen oplopen. Die lijsten verbergen onzichtbaar leed en laten zien dat we onvoldoende voorbereid zijn op de nieuwe realiteit”, aldus ActiZ-voorzitter Anneke Westerlaken.

Zo zal de levensverwachting zich vermoedelijk ontwikkelen

  • 2022: Een man wordt gemiddeld 80,2 jaar en een vrouw 83,2 jaar.
  • 2070: Een man wordt gemiddeld 87,6 jaar en een vrouw 91 jaar.

Volgens Westerlaken en Koning is de rek van de ouderenzorg er nu al uit. Koning stelt dan ook dat Nederlanders anders moeten gaan nadenken over hun gezondheidsproblemen. Op dit moment wordt er snel gebruikgemaakt van zorgprofessionals. In de toekomst is er niet genoeg personeel om alle huidige taken uit te voeren, vervolgt hij. “Dit huidige systeem is niet houdbaar.”

Koning: “Mensen moeten nog meer gaan kijken wat zij zelf kunnen doen. Daarna moeten ze kijken wat de technologie en hun netwerk voor hen kunnen betekenen en pas als laatste moeten de zorgprofessionals in beeld komen. Denk op tijd na over hoe je oud wil worden, en wat je nodig hebt.”

Daarbij doelt Koning op het creëren van een huis waarin senioren zonder (veel) hulp kunnen blijven leven. Daar heeft ook de politiek een belangrijke taak bij, vindt hij. “Investeer niet alleen in verpleeghuizen, maar ook in seniorenwoningen.”