Column Sheila Kamerman
Rotterdam krijgt een vierde stadsbrug over de Nieuwe Maas. Een tunnel met een metro leek zowat iedereen beter, maar die is te duur. Niet een klein beetje te duur. Veels te duur. Het gehele stadsbudget voor twee jaar. Dan kan je niets meer uitgeven aan salarissen, straatlantaarns of bibliotheken. Maak van het stadhuis twee jaar lang een museum. Paspoort nodig? Zoek het lekker zelf uit.
Deze beeldspraak heb ik niet zelf bedacht, maar komt van wethouder buitenruimte en mobiliteit Vincent Karremans (VVD). Hij zat afgelopen week ingeklemd tussen twee podcast-hosts tijdens een live-opname van ROPOPO over de brug of tunnel-kwestie. Er kwam ook een hele hoos brug-tegenstanders opdagen, compleet met doodskistje.
Het is begrijpelijk dat veel mensen tegen een brug zijn. De bewoners van De Esch (noordkant) en Veranda (zuidkant) krijgen de pijlers, hup, in hun woonwijk. En ze krijgen er veel verkeer, en dus lawaai en fijnstof bij. Want over de brug zullen niet alleen fietsers, voetgangers en een tram gaan, maar ook auto’s rijden. Dat was voor het rijk voorwaarde om mee te betalen aan de brug.
Auto’s. De wegen in de stad staan er nu al overvol mee. ’s Morgens én ’s middags. Vaak ook ’s nachts. En niet alleen langs de randen, op de ringweg, zoals bij ándere steden. Nee, files staan door de hele stad. En zo blijft het. Want als je flink gaat bouwen, en dat gaat Rotterdam, dan moeten al die nieuwe woningen goed bereikbaar zijn voor auto’s. Want stel, je bent accountmanager van een ketchupfabriek in Zeist, dan heb je nu eenmaal een auto nodig.
Dit mooie ketchupbeeld heb ik ook niet zelf bedacht. Hij komt weer van wethouder Karremans.
En het is waar. Als je buiten de stad werkt en niet dicht bij een station woont, móet je wel met de auto. Maar veel Rotterdammers pakken óók de auto omdat ze dat makkelijker vinden dan de fiets. Of gewoon prettiger dan de tram. Of omdat ze indruk willen maken. Veel Rotterdammers kunnen zich nauwelijks een ander vervoermiddel voorstellen dan hun auto.
In Rotterdam is het dus normaal om naar de binnenstad te gaan met de auto. Kijk hoe het vast staat op Blaak op zaterdag en zondag. De Maasboulevard is elke ochtend en avond één lange file. Op de Nieuwe Binnenweg laten automobilisten rustig de tram wachten als ze, dubbelgeparkeerd, even een broodje gaan halen. Op de Kruiskade en het Kruisplein cruisen jongeren in hun gehuurde Mercedes. Wie daar op een terras zit, zie ze steeds opnieuw langskomen. En in de brave, smalle Lusthofstraat in Kralingen parkeren keurige buurtbewoners op zaterdag hun grote SUV pal voor hun bakker of slager, terwijl er om de hoek toch een parkeergarage is.
In een klein paragraafje in het coalitieakkoord staat dat Rotterdam autoluw moet worden. Er gebeurt niets. Om ooit de Rotterdammer zijn of haar auto uit te krijgen, is stevig beleid nodig. Als jij echt met je auto naar je werk moet in je ketchupfabriek, moet dat kunnen. Maar de rest van Rotterdam zal met drang en dwang op de fiets of het OV in moeten worden geduwd. Extra voordeel: dan hoeven er ook geen auto’s meer over die nieuwe brug.
Laten we alleen mededogen hebben met de jonge Rotterdammers wier identiteit afhangt van hun auto. Speciaal voor hen legt de gemeente Rotterdam een cruise-zone aan in een havengebied, waar ze kunnen flaneren zonder overlast te veroorzaken. Wie zin heeft in een dagje uit, kan er op de fiets heen om te kijken. Ik dacht zelf aan de Keileweg.
Sheila Kamerman is NRC-journalist