Ze ‘tamboereert’ over de cijfers omdat seksueel geweld en grensoverschrijdend gedrag een veel groter probleem vormen dan vaak wordt gedacht. Een Onderzoeksraad voor Sociale Veiligheid kan uitkomst bieden, vindt regeringscommissaris Mariëtte Hamer, die vandaag haar eerste officiële publicatie presenteert.
Een ‘impactoverzicht’ is het geworden. Stapsgewijs wordt uitgelegd wat seksueel grensoverschrijdend gedrag is en hoe groot de gevolgen zijn. Vijf pagina’s heeft ze nodig, meer niet.
Door de vele zaken – DWDD, The Voice, Ajax, de Leidse sterrenkundige – is er nu momentum om het onderwerp hoog op de agenda te krijgen, zegt Hamer, ruim een halfjaar geleden na de uitzending van Boos over The Voice of Holland benoemd als regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld.
‘Na MeToo kwam het deksel in beweging. De aandacht leek daarna te verslappen, maar is door al die zaken weer sterk gegroeid. Dit is het moment om de hele keten op orde te brengen en een maatschappelijk gesprek te lanceren. Die zaken kunnen de groeistuipen zijn van een werkelijk geëmancipeerde samenleving.’
[…]
Onderlinge gesprekken ziet ze als voornaamste middel om het gedrag te veranderen. Die moeten worden aangejaagd door ambassadeurs in allerlei sectoren, Karin Bloemen is de eerste. Zelf wil ze het boegbeeld zijn van die cultuurverandering. Haar stip aan de horizon: ‘Over drie jaar zijn we er nog niet, maar is een gesprek hierover een vanzelfsprekendheid geworden.’
Voor wie is uw tekst bedoeld?
‘Voor scholen, bedrijven, organisaties, stakeholders. Eigenlijk voor iedereen. Een op de twee vrouwen krijgt in haar leven te maken met fysiek seksueel grensoverschrijdend gedrag. En bijna altijd zijn er bystanders. Dit gaat dus iedereen aan. Ik tamboereer over die cijfers van seksueel geweld om te laten zien dat het probleem groter is dan we denken.’
Hoe kan het dat de opvattingen over wat ‘oké’ wordt gevonden en wat niet, zo sterk uiteenlopen?
‘Seksueel geweld is helder, daarover verschillen de normen weinig. Maar in het gebied dat daarvoor ligt zijn we zoekende. Dan kan het gaan om kwetsende taal, maar ook om minder zware fysieke handelingen – handen die naar borsten of billen willen gaan. We moeten naar elkaar uitspreken wat we willen accepteren en hoe we elkaars grenzen respecteren.’
U maakt een onderscheid tussen eigen grenzen en grenzen van de groep, tussen grensoverschrijdend en normoverschrijdend gedrag. Waarin schuilt dat verschil?
‘In een groep, bijvoorbeeld een bedrijf, hanteer je onderlinge normen en waarden. Die kun je het best van onderop ontwikkelen. Zo zijn drie studentes begonnen met het initiatief Gelijkspel. Zo willen ze het gesprek over die normen op gang brengen binnen studentenorganisaties. Met vragen als: je zit in de kroeg op je eerste date, hoe bepaal je of je met iemand meegaat? Dat soort gesprekken moet overal op gang komen.’
U behandelt tegelijk seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld. In het eerste geval kan het het gaan om te ver doorgevoerde avances, in het tweede om zoiets als agressie tegen homo’s of transgenders. Zit daar niet een heel andere impuls achter?
‘Als je op straat loopt en je wordt de bosjes ingetrokken, dan kan daar geen heel spel aan vooraf zijn gegaan. Gedragingen liggen vaak in elkaars verlengde en gaan in elkaar over. Het is een keten waar je het over moet hebben.
‘Maar het is waar: homohaat en racisme zijn meer een kwestie van gedrag van groep tot groep. Wij kijken meer naar gedrag van mens tot mens.’
Even heel praktisch: iemand heeft te maken met seksueel grensoverschrijdend gedrag. Waar kan die persoon zich melden met zijn klacht?
‘Is het op je werk, dan is er vaak een vertrouwenspersoon. Het is belangrijk dat die een onafhankelijke positie heeft op de werkvloer of daarbuiten, dat er dus geen werkgever is die hem opdrachten kan geven. Dat is te vergelijken met de positie van een ondernemingsraad.’
Klopt het dat seksueel grensoverschrijdend gedrag zich vaak afspeelt binnen machtsverhoudingen?
‘Ongelijkheid is een risicofactor. Dat kan hiërarchisch zijn of fysiek, de aard van je dienstverband, je leeftijd of anciënniteit.’
Maken die machtsverhoudingen het extra moeilijk een melding te doen?
‘Daarom moeten organisaties een meldprocedure hebben. Daar staat in hoe om te gaan met klachten. Maar ook als er meerdere klachten komen, zoals we bijvoorbeeld bij DWDD zien, al gaat het daar niet om seksueel grensoverschrijdend gedrag. Nu ontstaat er bij een melding doorgaans eerst grote paniek, dan wordt het naar ergens ver weg georganiseerd en komt er extern onderzoek. Terwijl dat lang niet altijd het beste antwoord is.’
Wat zou dan beter zijn?
‘Bij een grote zaak als DWDD, waar je patronen ziet, moet je onderzoek doen. Maar is het een individuele klacht, of gaat het om twee of drie mensen, dan kun je soms met mediation meer bereiken. Vaak vindt het slachtoffer een uitleg van de dader het belangrijkste. Ik spreek daders en slachtoffers en hoor dat dergelijke gesprekken helpen bij de uiteindelijke verwerking. Dan kun je ook voorkomen dat een onderzoek onnodig ontploft waarna de uitkomsten kunnen worden misbruikt.’
[…]
Bij onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag ontstaat er heel vaak onenigheid over aanpak en resultaten. Wat gaat u daaraan doen?
‘We werken aan randvoorwaarden voor onderzoek. En wellicht moet er zoiets als een onderzoeksraad voor sociale veiligheid komen. Zoals er ook een Onderzoeksraad voor Veiligheid is.’
Is de onvrede over veel onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag van invloed op de bereidheid klachten te melden?
‘Dat kan zeker zo zijn. Na The Voice zagen we de meldingen stijgen. Als daar niks mee gebeurt, kan die bereidheid weer afnemen. We zouden in onze aanpak eigenlijk beginnen met preventie. Maar omdat twijfels over onderzoek naar dit gedrag van invloed kunnen zijn op het aantal meldingen, hebben we dat als onderwerp naar voren gehaald.’
[…]
U bent als regeringscommissaris inmiddels ook onafhankelijk adviseur van het onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag bij DWDD. Was het de bedoeling er zo kort op te zitten?
‘Bij wijze van uitzondering kijken we hier mee. Omdat het zo’n grote zaak is en we intensief met onderzoek naar grensoverschrijdend gedrag bezig zijn.’