De Raad van State heeft een belangrijke pijler van het CO2-beleid van de overheid onderuitgehaald. Het college oordeelde dat de stikstof die bij de bouw van projecten vrijkomt niet buiten beschouwing kan worden gelaten. Daarmee gaat er een streep door de zogeheten bouwvrijstelling.
Er moet nu weer per project vooraf worden bekeken hoeveel stikstof er bij de bouw vrijkomt. Dat zal tot grote vertragingen gaan leiden. Zulke berekeningen kosten maanden en er is een tekort is aan deskundigen die dit soort rapportages kunnen opstellen.
De Raad van State deed uitspraak in een zaak over megaproject Porthos. Daarmee moet CO2 van bedrijven in de Rotterdamse haven worden opgeslagen in lege gasvelden onder de zeebodem. De procedure was aangespannen door de organisatie Mobilisation for the Environment (MOB), die zich inzet voor het behoud van biodiversiteit.
MOB, waarvan Johan Vollenbroek het gezicht is, betoogde dat er bij de aanleg van de infrastructuur voor de ondergrondse opslag ook stikstof vrijkomt, dat neerslaat in de Zuid-Hollandse duinen. Europese natuurbeschermingsregels schrijven volgens MOB voor dat daar bij het verlenen van een vergunning rekening mee moet worden gehouden. De Raad van State gaat daar in de uitspraak van vandaag in mee.