Dit ben ik. Iedereen heeft verschillende identiteiten. Hoe worden we wie we zijn?
Doodsbenauwd voor de genen van zijn ouders besloot Ed Landsmeer (75) geen vader te worden. Tot hij de vijftig naderde.
‘Ouderschap was in mijn relatie geen onderwerp van gesprek. Mijn vrouw en ik waren daar helemaal niet mee bezig. Wij leefden samen op een schip en gingen van vracht naar vracht. Tot we met ons binnenvaartschip in Rotterdam lagen en opeens een achttienjarig meisje met een baby’tje aan boord kregen. Haar man was doorgevaren terwijl zij in het ziekenhuis aan het bevallen was. Echt verschrikkelijk. Wij hadden een groot bewoonbaar vooronder, dus varende kennissen vroegen of die twee niet tijdelijk bij ons konden wonen.
„Ik moest op de schippersbeurs alle reizen afzeggen. Dat kostte echt wel geld. Maar we konden dat kind natuurlijk niet wegsturen. Terwijl dat meisje een huis en een uitkering probeerde te regelen, zorgden wij voor haar baby’tje. Toen is er bij mijn vrouw Sioe iets gebeurd, want op een gegeven moment zei ze dat ze toch opeens aan kinderen zat te denken. Tja, dat was wel even een dingetje. Ik had altijd met veel plezier mijn nichtjes meegenomen op het schip en met veel lol een rol in hun opvoeding gespeeld, maar kinderen van mijzelf…
„Ik vond mij sowieso te oud voor het vaderschap; ik was bijna vijftig. En ik was bang. Doodsbang. Ik heb tegen Sioe gezegd dat zij ervoor moest zorgen dat ik onze kinderen met geen vinger zou aanraken. Nooit. Never. Ik zei: pak desnoods een mes om mij tegen te houden als ik mijn temperament verlies, maar zorg ervoor dat mijn zoon en dochter niet overkomt wat mij is overkomen.
„Ik ben vlak na de oorlog in Arnhem geboren op een zolderkamertje bij mijn opa en oma. Mijn ouders woonden daar, want ook toen was er woningnood. En Arnhem was dicht bij Amersfoort, de stad waar mijn vader was gelegerd. Ik was nummer twee. Ik heb een broer boven mij, hij is helaas al overleden, en een jongere zus. Mijn ouders komen eigenlijk uit Limburg. Mijn vader is daar geboren en mijn van oorsprong Duitse moeder is daar opgegroeid. Mijn vader was driftig en had losse handen. Mijn moeder kampte met een oorlogstrauma. In haar hoofd kon een Duitser nooit goed zijn. Dus moesten wij in alles de beste zijn en was goed nooit goed genoeg. Best lastig voor een jongetje met dyslexie.
Ik werkte samen met een Spaanse bootsman. Die man heeft mij alles geleerd wat ik moest weten van het leven en de zeevaart
‘Mijn redding was een binnenvaartschippersfamilie waar mijn ouders bevriend mee waren geraakt in Limburg. Aan het einde van de oorlog wilden de Duitsers het schip van die familie tot zinken brengen en mijn ouders hebben hen geholpen om dat te voorkomen. Ze kregen een heel sterke band. De schipper en zijn vrouw werden voor mijn moeder zelfs een soort van ouders. Zij had na de oorlog namelijk geen idee waar haar eigen ouders waren, en of ze nog leefden. Die schippersfamilie zei toen ‘dan zijn wij nu jouw ouders’.