Toen het laatst weer eens twintig graden was, zag ik weer eens een boomer een krantenartikel uit 1937 op Twitter plaatsen waaruit bleek dat het toen ook uitzonderlijk warm was. En ik dacht altijd dat zulke ontkenners en twijfelzaaiers, die als een paard achter de wagen hangen, de grootste bedreiging voor de klimaattransitie vormden!
Dat denk ik niet meer. Nee, de grootste bedreiging zijn gladde ceo’s die met hun beloftes over duurzaamheid investeerders aantrekken wier klanten ‘groen’ willen beleggen. In hun talentonwikkelingsprogramma’s en leiderschapstrainingen hebben deze ceo’s geleerd hoe visionair te zijn en ‘stippen op de horizon’ te zetten. Begeleid door een confettikanon hebben ze ambitieuze klimaatdoelstellingen neergelegd – zonder een plan om deze daadwerkelijk te realiseren. Ondertussen lachen hun ingenieurs hard om al die kolder van het bestuur. „Moet je zien wat onze ceo nu weer beweert op de klimaattop!”
Inmiddels kan een tiental mooie strevens op de hoop met gebroken klimaatbeloftes worden gegooid. De coalitie van grote plasticgebruikers (onder meer Nestlé, Coca Cola en PepsiCo) beloofde in 2025 over te stappen op 100 procent herbruikbaar plastic – gaat zo goed als zeker mislukken. De sustainable development goals die in 2030 moeten worden gerealiseerd – loopt ernstig achter. Anderhalve graad – geen haalbare kaart meer. Gaan we op het ingeslagen pad voort, dan is de wereld straks 2,5 graden warmer.
Ik schoof deze week aan bij ’s lands energie-intensieve industrie, de Tata’s en Yara’s, Dows en Shells, en kreeg sterk de indruk dat zelfs die 2,5 graden is onderschat. Hele basale optelsommen zijn niet gemaakt. Is er straks met 75 Gigawatt wind op zee genoeg groene stroom in het land voor alle elektrificatieplannen? Zijn er genoeg ‘groene’ koolstofatomen voor de bedrijven die hiermee van fossiel willen afkicken? Komt er genoeg groene waterstof?
Het antwoord: zeer waarschijnlijk niet. De zware chemische industrie zal de minimale besparingen, zoals afgesproken in convenanten met de overheid, niet halen. Zelfs de onder-het-tapijt-veeg-strategie van ondergrondse CO2-opslag op de Noordzee (Porthos) blijkt op korte termijn onhaalbaar, omdat bij de aanleg stikstof op de kustgebiedjes zou neerslaan.
Hoop komt van technieken die nog niet marktrijp zijn. Kernfusie, slimme nieuwe zonnewarmte en grondstoffen gemaakt uit CO2. Maar hoop en beloftes zijn niet meer genoeg. We willen geen wedstrijdjes ver-plassen meer van de groene marketingafdeling, zoals duurzaamheidsactivist Werner Schouten het treffend verwoordde. Niet meer investeren in het efficiënter maken van ouwe meuk, zoals Urgenda-oprichter Marjan Minnesma het zegt, maar realistische stappen zetten naar klimaatneutraliteit.
We willen echte investeringen in fabrieken die een nieuwe, schone industrie zullen realiseren. De vooruitgang zit ’m niet in het licht eerder uit op kantoor en de thermostaat een graad kouder. De industriebazen moeten nu razendsnel iets nieuws en toekomstbestendigs bouwen. In 2050 is dit land immers klimaatneutraal. Dan is de radiatorfolie ook wel uitgewerkt. Dan moeten we, zeg maar, in transitie. En wel gisteren.
Rosanne Hertzberger is microbioloog.