Sheila Kamerman 19 oktober 2022
Malte Dewies, organisatiepsycholoog Promovendus Malte Dewies onderzocht hoe de gemeente Rotterdam ongewenst gedrag kan bijsturen. In een wijk nam het aantal naastplaatsingen van afval „spectaculair” af.
Hoe krijg je Rotterdammers zo ver dat ze zich gedragen zoals je wil? Dat ze, bijvoorbeeld, geen vuilnis náást de afvalbak plaatsen omdat het zo’n rommeltje wordt op straat. Malte Dewies deed onderzoek naar hoe de gemeente Rotterdam het gedrag van stadsbewoners kan bijsturen en schreef daarover zijn proefschrift.
De gemeente wilde bewoners zover krijgen dat ze vuilniszakken en ander afval niet náást de afvalcontainers zouden zetten. Wat deed u?
„Als er in een bepaalde wijk veel zogenoemde naastplaatsingen zijn, gaat iemand van de gemeente langs de huizen om met bewoners te spreken. Ons team onderzoekers van de Erasmus Universiteit en ambtenaren, ik werkte natuurlijk niet alleen, bedacht dat het zou kunnen helpen als de bewoners een sticker met de tekst ‘Ik houd onze straat schoon’, zouden krijgen om naast of op de voordeur te plakken. In een tweede, vergelijkbare, wijk kregen bewoners geen stickers, maar alleen een gesprek. In een controlewijk was er geen gesprek en geen sticker.
„Het aantal naastplaatsingen nam in de wijk met de sticker met tweederde af. Dat is spectaculair. In de wijk met alleen gesprekken nam het een klein beetje af. En in de controlewijk bleef het gelijk. Het effect van nudgen, kleine duwtjes of trucjes om gewenst gedrag te stimuleren, is niet altijd zo spectaculair. Maar in dit geval dus wel.”