Rijke landen betalen onvoldoende aan arme landen om de gevolgen van klimaatverandering aan te pakken, stelt Oxfam Novib in een rapport. Volgens de organisatie negeren landen daarmee een afspraak die ruim tien jaar geleden op wereldniveau is gemaakt. Het geld dat arme landen wél krijgen wordt vaak verstrekt in de vorm van leningen in plaats van giften en ook daarover bestaat discussie.

Dertien jaar geleden zegden rijke landen toe dat vanaf 2020 jaarlijks honderd miljard dollar beschikbaar zou komen voor klimaatfinanciering. Dat dit doel niet wordt gehaald, is een belangrijk discussiepunt op de komende wereldwijde klimaatconferentie, volgende maand in Egypte. Officieel is in 2020 meer dan 83 miljard dollar beschikbaar gekomen, meldde onlangs de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling).

Een deel daarvan werd verstrekt door overheden in de vorm van exportkredieten en investeringen van bedrijven. Volgens Oxfam Novib is het bedrag dat in dit verband wordt genoemd (ruim 68 miljard dollar) onjuist. Als er naar de werkelijke waarde van die toezeggingen wordt gekeken, gaat het om 21 tot ruim 24 miljard dollar, stelt Oxfam. Bij de rest gaat het niet om giften, maar om leningen.

[…]

Onderhandelingen

De huidige afspraak over klimaatfinanciering geldt voor de jaren 2020 – 2025. In het Klimaatakkoord van Parijs is afgesproken dat er in 2025 een nieuw en nog hoger doel van klimaatfinanciering moet komen. Op de komende top in Sharm-el-Sheikh wordt hierover onderhandeld.

Nederland heeft overigens recent z’n bijdrage voor klimaathulp verhoogd. Het kabinet wil dat in 2025 900 miljoen euro aan publieke klimaatfinanciering wordt besteed. Ook gaat het kabinet proberen de investeringen van bedrijven aan te jagen. Samen kan de Nederlandse bijdrage in 2025 dan 1,8 miljard euro bedragen. Een deel van dat geld komt uit de begroting van het ministerie voor Ontwikkelingssamenwerking.