Een proefproject met een wijkrechter in Rotterdam blijkt een groot succes, en krijgt nu voorgoed een plaats in de rechtspraak. ‘Wij straffen niet alleen, maar dragen bij aan een oplossing voor het probleem.’
Op de achtergrond klinkt getimmer. ‘Even wennen hoor’, zegt Robin, een magere veertiger met korte dreadlocks. Hij moet zich verantwoorden voor gestolen flessen Jack Daniel’s en blikken bier. ‘Ik ben weleens in de rechtbank aan het Wilhelminaplein geweest. Daar lopen heel andere mensen dan hier.’
Robin en zijn advocaat zitten in het oude handwerklokaal van de voormalige Lagere Technische School. Tegenover hen zit een rechter. ‘Welkom’, groet ze de verdachte vriendelijk. ‘We zijn bij elkaar gekomen in het kader van de wijkrechtspraak, en gaan vandaag uw zaak behandelen. Alle betrokkenen willen dat het beter gaat met u, zodat we u niet meer terugzien in het strafrecht.’
Completer beeld
Sinds de zomer van 2020 loopt hier in het wijkgebouw aan de Hillevliet in Rotterdam een proef met wijkrechtspraak, net als in Eindhoven en sinds kort ook in Amsterdam. Doel is het toegankelijker maken van de rechtspraak. Bovendien ‘willen we niet alleen straffen’, stelt projectleider Antoinette Opstelten, ‘maar bijdragen aan een oplossing voor het probleem’.
Voorafgaand aan elk strafproces in het wijkgebouw vindt daarom onder regie van het Zorg- en Veiligheidshuis overleg plaats tussen advocaat, reclassering, Openbaar Ministerie en hulpverleners van de verdachte. Zij hebben samen gekeken wat nodig is om Robin verder te helpen. ‘Daardoor heb ik tijdens de zitting een veel completer beeld van wat er aan de hand is’, zegt wijkrechter Arjette van Luijck.
Wijkrechtspraak is overgewaaid uit New York, waar de ‘community court’ al twintig jaar succesvol draait. Het beoogt rechtspraak laagdrempeliger maken en problemen ‘multidisciplinair’ aan te pakken.