Winemaker Steve Lubiana and babydoll sheep” by stefano lubiana wines is licensed under CC BY 2.0

De afgelopen zeven jaar zijn er 585 biologische landbouwbedrijven in Nederland bijgekomen. Er zijn nu zo’n 1950 landbouwbedrijven biologisch, blijkt uit cijfers van het CBS.

De toename verloopt veel langzamer dan dat de Europese Unie zou willen. De EU-richtlijn is dat in 2030 25 procent van de totale landbouwgrond gebruikt wordt voor biologische landbouw.

“We komen nu uit op rond de 4 procent”, zegt onderzoeker Katja Logatcheva van Wageningen Economic Research. Volgens het CBS was dat zeven jaar geleden nog 2,1 procent.

Nederland hekkensluiter

Nederland bungelt in de Europese Unie in de achterhoede. Oostenrijk heeft het grootste aandeel biologische landbouwgrond: daar is 25,4 procent in gebruik voor biologische landbouw. Nederland staat in de EU-lijst met 3,9 procent net iets boven Roemenië (3,5%) en Bulgarije (2,3%). Het Europese gemiddelde was in 2020 9,1 procent.

Logatcheva, die onderzoek doet naar agro-industriële ketens voor de Wageningen Universiteit, noemt het niet realistisch dat Nederland het doel van de Europese Unie om in 2030 25 procent biologische landbouwgrond te hebben, gaat halen. “Dat komt door verschillende factoren. De consumptie van biologische producten neemt bijvoorbeeld maar mondjesmaat toe. En er zijn best grote prijsverschillen tussen biologische en gangbare producten.”

[…]

Bij biologische landbouw worden geen chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest gebruikt. Wel wordt er gebruik gemaakt van compost en dierlijke mest. Hierdoor is de opbrengst per hectare lager. Dieren krijgen meer ruimte en kunnen daardoor meer natuurlijk gedrag vertonen, en dat kost dus meer grond. Om producten als biologisch te mogen verkopen, moet zowel het bedrijf als de grond zijn gecertificeerd. Die certificering kost tijd en in die tijd scheelt dat boeren inkomsten.