Afgelopen zaterdag had ik een etentje, met acht Nederlandse vrouwen in Amsterdam. De moeder van de gastvrouw had de soep gemaakt – ze kreeg van ons een tien plus. De zus van een van ons bakte wortelnotentaart als dessert. Die ging helemaal op. En het hoofdgerecht was een grote schaal couscous waarop we aanvielen als hongerige leeuwinnen.
Maar de avond was vooral zo leuk door de stoet hilarische en vermakelijke verhalen van iedereen, waardoor we na middernacht met buikpijn van het lachen in de auto’s stapten.
Er was geen onbehagen die zaterdagavond. Terwijl onbehagen onder mensen van de tweede generatie met een migratieachtergrond juist groot is. Dat nieuws zou het Sociaal en Cultureel Planbureau drie dagen later de wereld insturen. Ik wist het al, het SCP had het rapport onder embargo verstrekt. En ook zonder rapport wist ik het. U wist het zeer waarschijnlijk ook al. Het wordt al jaren onderzocht en de uitkomst is steeds min of meer hetzelfde.
Hoofdonderzoeker Jaco Dagevos legde het onvermoeibaar wéér uit: de tweede generatie zijn mensen die hier geboren zijn, die vaak goed zijn opgeleid, die meestal een baan hebben. Ze zijn, in SCP-termen, volkomen geïntegreerd. En júíst zij ervaren meer discriminatie omdát ze midden in de samenleving staan.
Gewone Nederlanders dus, die tweede generatie. Maar zo worden ze kennelijk niet gezien door veel ándere gewone Nederlanders. „Die hebben moeite met nuance”, zegt Fatima droog. Zij zit op de terugweg naast me in de auto. Ze is hbo-geschoold, actief in de wijk, zowel zij als haar man hebben een baan, ze hebben drie jonge kinderen in huis. Toch komt ze, net als de andere vrouwen van het gezellige avondje, regelmatig in vreemde situaties terecht. Dan weer spreekt iemand haar overdreven articulerend aan, kennelijk denkend dat ze geen Nederlands verstaat. Of – zo vertelt haar zus – iemand met een winkelwagentje botst steeds opnieuw tegen haar aan in de supermarkt. Of ze leest in de buurtapp dat gewaarschuwd wordt voor een jongen die in een portiek staat. „Ik kijk, staat hij in zijn fucking eigen portiek”, zegt Fatima.
Het houdt nooit op. Ándere Nederlanders die je laten voelen dat je ‘vreemd’ bent; het gebeurt op duizenden manieren en momenten maar is altijd onaangenaam. Het gaat onder je huid zitten, zegt ze. De tijd dat ze het weglachte, ligt ver achter haar. En negeren, zoals haar man doet, zit niet in haar aard.
Jíj zou je ook onbehaaglijk gaan voelen, zegt ze tegen mij. Volg het nieuws maar drie dagen lang en denk telkens bij ‘Marokkaan’, ‘moslim’ of ‘profiteur’ dat het over jou gaat. Dan spreken we daarna even.
Later die nacht, ik lig net in bed, als Fatima een screenshot van Twitter appt. Trending in Nederland: ‘Marokkanen’.