In hun manifest Optimistische woede roepen de elf Nederlandse en Vlaamse schrijfsters van collectief Fixdit op tot actie tegen het seksisme in de letteren. Die is hard nodig, volgens Gaea Schoeters, en ook de lezer mag aan de bak.
Toen begin deze maand duidelijk werd dat ook de nieuwe Nederlandse literaire canon gedomineerd wordt door mannelijke, witte auteurs en dat schrijfsters wederom slechts met een lampje waren te vinden, ontplofte de appgroep van schrijverscollectief Fixdit. ‘Waren zij voor niemand schouders om op te staan?’, appte Manon Uphoff verontwaardigd over de niet genoemde schrijfsters. ‘Dat er weer zo bedroevend weinig vrouwen op staan (24 op 100) was natuurlijk te voorspellen. Als je ze niet kent, kun je ze er ook niet op zetten’, tikte Fleur Speet terug. Maar het collectief was ook hoopvol, zegt Gaea Schoeters twee weken later vanaf een picknicktafel bij een garage net buiten Antwerpen, waar ze vlak voor een optreden met de Fixdit-leden Annelies Verbeke en Manon Uphoff zit te wachten tot haar motor terug is van een onderhoudsbeurt. ‘We dachten meteen: nu zullen toch ook de ogen geopend worden van de mensen die altijd zeggen dat het wel meevalt met de ongelijkheid tussen mannen en vrouwen in de literatuur.’ De Vlaamse journalist en schrijfster van onder andere het bejubelde Trofee (waarin een Wall Street-makelaar naar Afrika trekt om een neushoorn te schieten), is een van de elf vrouwelijke auteurs die actievoeren tegen het seksisme in de letteren. Hun laatste wapenfeit: het manifest Optimistische woede, waarmee ze de komende weken in wisselende samenstelling langs boekhandels toeren.
Dat collectief ontstond bijna toevallig, toen het CPNB (Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek) in 2019 ‘alweer’ geen vrouw had kunnen vinden om het boekenweekgeschenk te schrijven. En dat terwijl het boekenweekthema ‘De moeder, de vrouw’ was. Dat schoot een aantal schrijfsters in het verkeerde keelgat. Ze stuurden een openbare brandbrief die ondertekend werd door ruim 700 mensen uit het boekenvak.